Ed Kooyman — Sneeuwwitje

Текст песни Ed Kooyman — Sneeuwwitje + аккорды для гитары

Вступление


Lyrics and Music by Ed Kooyman
Measure 6/8

[Intro]
A7     D

[Verse 1]
       D                          A7                   A7              D
't Was heel ver van hier en 't is heel lang geleden da 7 kabouters met Sneeuwwitje vreeën.
   D                      A7                       A7              D
Da was in den tijd dat de beesten nog spraken, die zalige tijd van heksen en draken.
      G                      D         E7              A7
Sneeuwwitje da was een braaf maske, ze naaide waste en plaste.
     D              A7                  A7                 D
Want 7 kabouters, dadis gene lach, daar zedde mee bezig de godganse dag.
   D             A7                 A7                     D               A7       D
Ze was overal de grote vedet, in de dag in de keuken en 's avonds in bed.

[Verse 2]
     D                        A7                    A7                   D
Toen kwam er een heks met een stootkarreke aan, die leurde met appeltjes langs de baan.
      D                  A7              A7                          D
Sneeuwwitje kocht er een kilooke van, ze docht: "Daar maak ik straks appelspijs van."
     G                        D          E7                   A7
Maar had ons Sneeuwwitje 't geweten, dan had ze er nooit in gebeten.
     D                   A7                A7                     D
Want al dat fruit was vergiftigd en rot en Sneeuwwitje viel op de grond lijk een blok.
      D                       A7                         A7                         D              A7    D
De kabouterkes vonden haar 's avonds in 't stroet, 't verdriet was groet want Sneeuwwitje was doed.

[Verse 3]
      D                         A7                 A7                     D
In 't midden van 't bos wier ne put gegraven, de kabouterkes gingen Sneeuwwitje begraven.
   D                    A7                 A7                D
De vogeltjes zongen een droevig refrein en allman blètte van smart en sjagrein.
     G                         D         E7                        A7
Maar swengst dat ze stonden te bidden verscheen er ne Prins in hun midden.
    D                       A7                A7                  D
Die woonde wa verder in een groot kasteel dat kroppedevol zat met geld en juwelen
       D                  A7                  A7                       D                  A7    D
en hij gaf Sneeuwwitje ne kus op de mond en geloof het of nie, maar ze wier terug gezond.

[Verse 4]
    D                   A7                            A7                           D
Het maske wer wakker en docht: dat is straf, met dien rijkaard zen'k van die klein mannen vanaf.
   D                                 A7                     A7                     D
De prins zei: "Lief kind spingt maar mee op mijn paard, die sukkeltjes dor zijn uw schoonheid niet waard."
    G                        D           E7                      A7
Der zee nog nen dwerg: "Excellentie, gij het gij verrekt veel pretentie!"
        D                     A7                     A7                    D
Maar ze waren er al met hunne schimmel vandoor en de dwergskes kloegen: na staan w'er slecht voor:
     D                     A7                  A7                               D       A7     D
dien does is met ons Sneeuwwitje gaan lopen en wie gaat er nu klein kabouterkes kopen.

[Verse 5]
    D                    A7                    A7                       D
Van toen af ziede geen kabouters nie meer, het afscheid van Sneeuwwitje deej hun te zeer.
   D                        A7                    A7                      D
Ze blaven nu thuis en Sneeuwwit kan verrekken, na zitten ze 's avonds een kaartje te trekken.
   G                       D                E7                    A7
En Sneeuwwitje leeft nu in rijkdom, maar ze geeft er ocharme geen knijt om.
   D                      A7                 A7                      D
Ze zit daar alleen in dat machtig paleis, de prins die is altijd met vrienden op reis
         D                    A7                   A7                      D
voor nog rijker te worden met oorlog te voeren, ze zit nu al weken door 't venster te turen.

[Verse 6]
      D                     A7                  A7                 D
Sneeuwwitje zei 't leven is triestig en rot, ik vind mijne lekkere nooit in zijn kot,
       D                   A7                         A7                             D
'k had beter die dwergskes niet genegeerd want die 't klein niet begeert, die is  't grote niet weerd.

Перевод песни Ed Kooyman — Sneeuwwitje

tsentrsom.ru